Wilt u ook meehelpen op de Kloostertuin?
De Kloostertuin van Oosterbierum bestaat bij de inzet van vrijwilligers. Op de tuin steken vrouwen en mannen, jongens en meisjes samen de handen uit de mouwen. Sommigen hebben groene vingers, anderen in het geheel niet.
Sommigen vinden het leuk iedere week actief te zijn. Anderen komen nu en dan of zijn liever op afroep beschikbaar.
Sommigen houden van tuinieren, anderen zijn liever gastheer of gastvrouw bij de zomerse tuinconcerten of begeleiden de kinderen van onze basisschool de Flambou wanneer die op de tuin werken.
Wilt u meehelpen op de Kloostertuin? Graag! Bel ons op: 0518-4810 05
Iedere zaterdagochtend in de periode april tot en met oktober kun je mee helpen in de Kloostertuin. Je kunt je dan aansluiten bij de andere vrijwilligers. Het is geen verplichting. Iedereen kijkt zelf wanneer die tijd en zin heeft om te komen. Iedereen kijkt welk werk hij/zij aankan. Heb je geen verstand van tuinieren, dat is niet erg. Anderen helpen je op weg.
Rond 10.00 uur drinken we koffie.
Op de Kloosterruin hebben we volop schoffels, harken en schoppen. Wat we nog niet hebben is een goede uitrusting aan handgereedschap zoals schroevendraaiers, hamers, nijptangen en meer van dit soort gereedschap.
U bewijst ons een grote dienst wanneer u uw gereedschap dat u niet meer gebruikt aan de Kloostertuin wilt schenken.
Wij weten er op de tuin wel raad mee.
Heeft u iets wat voor ons interessant kan zijn. bel ons via 0518-481005 of mail info@kloostertuinoosterbierum.nl
Kleine insecten maak je blij met met een insectenhotel. Tenminste als dat hotel goed gemaakt is en verstopplekjes biedt of een nestgelegenheid. Oorwurmen, vlinders, libellen, pissebedden en solitaire metselbijen maken er graag gebruik van. Het is niet moeilijk om een insectenhotel te maken. Het vraagt wel de nodige tijd.
Maak je een insectenhotel in jouw tuin, zorg dan dat je het op zonnige, warm plek bouwt.
Hoe maak je een insectenhotel?
Een insectenhotel kun je zo groot maken als je wilt. Voor het hotel gebruik je houten blokken, boomschijven, leem of holle stengels van bamboe, braam, vlier of riet. Het gaat er om dat insecten holle gangetjes krijgen aangeboden. Deze moeten aan de achterkant dicht zijn en aan de voorkant (de ingang) gaaf zijn. Aan ingangen met rafels of splinters schuren insecten hun vleugels kapot.
Ga je met een boor aan de slag om gaatjes te boren, gebruik dan boortjes met diameter van 2 tot 10 millimeter. Boor de gaten liefst dwars op de vezelrichting. Dan scheurt het hout minder snel en blijven de gangen heel. De gangen mogen lekker diep zijn, want in een gang kan een bij of wesp meerdere nestcellen met legsels kwijt.
Zorg je er voor dat jouw insectenhotel droog staat. En bloemetjes bij het insectenhotel geven er extra fleur aan en zorgen voor eten voor de bewoners.
Muizen kunnen zich in de natuur doorgaans uitstekend redden. De muizenruiter maken we dan misschien ook eerder voor dieren die van muizen houden, dan voor de muizen zelf. Hoe dan ook, muizen houden van een droge schuilplaats. In de herfst en winter zijn die wat lastiger te vinden. Een schuilplaats als een muizenruiter kan hen dan te pas komen. Voor hun belagers is zo'n ruiter met wat geluk een tafeltje-dek-je.
Hoe maak je een muizenruiter?
Plaats drie palen (2 tot 2,5 meter lang). Boven komen de drie palen bijeen en onder staan de uiteinden in een gelijke driehoek stevig in de grond. Maak de palen boven aan elkaar vast. Maak op 20 centimeter van de grond drie dwarsliggers tussen de drie poten. Maak met snoeihout van lange takken een bodem in de driehoek. Bouw dit verder met stro, hooi en takken op tot de punt van de ruiter.
Wanneer de ruiter af is strooi je regelmatig wat graan in en om de ruiter.
Wil je het nog eenvoudiger?
Laat dan in jouw tuin hier en daar wat hoopjes liggen van takken, bladeren en gras (hooi).
Een takkenwal of houtril helpt vogels en kleine zoogdieren. Het biedt hen de mogelijkheid te schuilen, maar ook om een nest te maken. Een takkenwal is ook een goedkope en nette manier om snoeiafval te verwerken.
Dieren die er gebruik van maken zijn bijvoorbeeld: heggenmus, winterkoning, muizen, egels, wezels en amfibieën als de pad en salamanders.
Hoe maak je een takkenwal?
Sla twee rijen met palen in de grond. De twee rijen lopen evenwijdig aan elkaar op ongeveer een halve meter afstand. Plaats in een rij de palen op ongeveer een meter van elkaar. Hoe hoog en hoe lang je de takkenwal wil maken bepaal je zelf. Dat is bijvoorbeeld afhankelijk van de hoeveelheid snoeihout die je hebt.
Heb je heel veel snoeihout, maak dan een tweede takkenwal op een (kleine) afstand van de eerste. Plaats de takkenwal dicht bij de plek waar je jouw snoeihout vandaan haalt. Dat scheelt werk.
Wanneer bijen en andere insecten in de zomermaanden niet veel voedsel of water meer kunnen vinden, kunnen wij ze daarmee een beetje helpen. Zet eens een bakje water met wat kiezels of knikkers in je tuin. Dan kunnen ze op de kiezels staan en tijdens het drinken niet verdrinken. Je kunt ook een appel raspen en in een bakje water doen. Ze kunnen dan de suikers uit het fruit halen en ook gelijk wat drinken als ze op de stukjes fruit staan.
Laten we goed zijn voor onze bijen. We hebben ze heel hard nodig.